Al weken stond ie in de Toro-agenda: 4 juli 2020 de “222km endurance ride”. Vorig jaar waren we voor het eerst en groupe de 200 km gepasseerd. Dit jaar moest en zou er toch een schepje bovenop. 222 km dat vond onze CEO een gepaste afstand. Leo werd ingeschakeld om daar een mooie ronde voor te creëren. En natuurlijk is dat weer gelukt. Eettentje voor tussen de middag werd gereserveerd (leerpuntje van vorig jaar). Nou laat die rit maar komen dan.
Op dinsdag van tevoren kwamen de eerste verontrustende app-jes binnen. De weersvoorspellingen werden met de dag onheilspellender, windkracht 5-6 vanuit het zuidwesten langs de kust misschien nog wel wat meer, moest de route niet worden omgedraaid… Geen probleem, de omgedraaide route werd naar iedereen doorgestuurd, kreeg op vrijdag rond bedtijd nog een laatste update. We konden met een gerust hart gaan slapen. Tot in de puntjes voorbereid…
Half acht zouden de helden van 4 juli verzamelen bij ons thuis. Mooi, de wekker om 6.50 uur gezet, maar dat was helemaal niet nodig om 3.41 uur voor de eerste keer wakker, mezelf gedwongen om net te doen alsof ik nog slaap had, maar om 6.13 uur was ik er klaar mee. Ik besloot dat de dag mocht beginnen. Kopje koffie, ontbijtje, buiten was het droog maar wel wat onbestendig, oh gelukkig iedereen werd wakker, “mogguh”!
En daar kwamen ze, één voor één druppelden ze binnen: Boudewijn (met een rugzak vol droge kleding voor een week), Kas (toch wat stilletjes), Joop (gespannen), Tom (die helaas maar een uurtje meekon), Kevin (met de nieuwe windstoppertjes), Sebas (schijnbaar op het gemak), Maickel (rustig aan het wakker worden) en Leo (die de eerste regendruppels mee naar binnenbracht). Mooi dat Tom een uurtje meekon, we hadden nog een verjaardagsverrassing in petto.
Om acht uur waren we er klaar voor. We reden de straat uit en zaten er meteen goed in. Met een heerlijk windje in de rug werden de eerste kilometers bedwongen, Wouw, Kruisland, Oud Gastel, Oudenbosch… Hier namen we afscheid van Tom, die andere verplichtingen had. Met z’n achten reden we voort. Tegenwoordig kunnen we niet meer zonder onverharde paden, dus huppetee rechtsaf de Markdijk op alsof het geasfalteerd was net zo makkelijk. Iedereen zat lekker te kletsen met elkaar, en toch af en toe die kriebel in mijn buik: “Straks, die wind, de Brouwersdam…”. Maar dat was van later zorg. We reden richting Drimmelen, alwaar we ons voor het eerst met de wind zonden gaan meten. Eerder dit jaar hadden Boudewijn en ik hier al gefietst, maar dan met een heerlijk zonnetje, bootjes op de Biesbosch, hordes toerfietsen. Vandaag waren het alleen de Toro’s die zich op de dijk waagden. Oké het waaide en regende, maar geen vuiltje aan de … LEK!!! Joop z’n tubeless zelfplakkende band, stond plat. Die band ging zichzelf echt niet meer plakken, maar gelukkig had Joop een binnenbandje bij. Helaas was ook de buitenband aan vervanging toe… hmm dat was niet fijn. We stonden daar, boven op die dijk, geen dorp, laat staan fietsenwinkel in de buurt, wind en regen hadden vrij spel. We hadden met Joop te doen, zou hier het avontuur eindigen? Dat gingen we niet laten gebeuren. Dichtstbijzijnde dorp was Lage Zwaluwe daar moesten we zien te komen. Met de band net hard genoeg opgepompt, zodat de buitenband het nog hield, klom Joop weer op zijn fiets en echt het was prachtig om te zien: de andere Toro’s schaarden zich om hem heen zochten positie en hielden em uit de wind.
Binnen een kwartier reden we het dorp binnen, vroegen de weg naar een fietsenmaker, bleken we letterlijk om de hoek te staan. In een schuurtje waar menig Toro helemaal warm van werd, werd Joop zijn fiets voorzien van een nieuwe superdunne buitenband met een strak wit lijntje, een binnenbandje en nog een reserve. We konden door!!!
Binnen 10 minuten reden we de Moerdijkbrug op en over, oh nee toch niet. Midden op de brug weer LEK. Dit keer was het de achterband van de spiksplinternieuwe fiets van Sebas. We haalden net het einde van de brug en Sebas kon gaan repareren. De reserveband paste niet, het ventiel was te kort! Kevin heeft ook hoge velgen, gaf gul zijn binnenband aan Sebas, maar ook daarvan was het ventiel te kort. (Kevin realiseerde zich dat hij al die tijd voor niks met reserveband had rondgereden. Maickel roemde en promootte ondertussen de 4seasons-banden, Joop is al om). Zo goed en kwaad als het ging werd de band toch opgepompt en we konden door. Kas had de laatste weken extra getraind en wist hier goed de weg hij loodste ons weer op de route. We trapten ons weer warm, oh nee toch niet! Echt binnen 5 minuten weer een lekke band. Ditmaal de allweatherband/ 4seasonsband (???) van Boudewijn. En weer vol in de wind, boven op een dijk langs een prachtig stukje Dortse Kil.
Sebas lek te hoge velgen, of een te klein ventiel? Boudewijn lek
Klappertandend en doorweekt klommen we een kwartier later weer op de fiets. We moesten door. Sebas zijn band ging weer lek. We besloten het restaurant te bellen dat we een uurtje of wat later zouden komen en gingen op zoek naar een fietsenwinkel in ’s Gravendeel. Verkleumd klikte ik in de pedalen, keek nog even naar beneden en reed vervolgens vol tegen Joop zijn nieuwe achterwiel. Met een elegante (?) duikeling ging ik tegen het asfalt. Dit keer was ik blij dat ik altijd het laatst weg ben, tenminste niemand achter mij.
In de fietsenwinkel was het heerlijk warm en droog. Om de beurt besloten we zo’n beetje allemaal een extra binnenband aan te schaffen. Het zou ons niet gebeuren dat we dalijk op de Brouwersdam (weer die kriebel in mijn buik) zonder zouden staan en naar huis moesten bellen.
Waar we eigenlijk in één rechte lijn naar restaurant de Stormvogel konden, reden we een brug over, reden we door en waren we “uit koers”. Alle garmins in ons peloton begonnen te protesteren, maar we reden door. Oostvoorne daar moesten we heen! Toch een beetje verdwaald kwamen we in Brielle. Daar hebben we ouderwets de weg gevraagd en ja hoor even later, na nog een klein onverhard stukje MTB-pad konden we gaan genieten van een welverdiende lunchpauze. Het thuisfront werd geïnformeerd, we waren goed bezig maar het zou een latertje worden.
We vervolgden met inmiddels twee uur vertraging onze weg en via de Heinenoordtunnel ging het dwars over het terrein van Golfclub oude Maas, en nog even later over de Brielse Maasdijk, een mooi stukje route onder de rook van Rotterdam. Ik had het gevoel dat dat fietspad er die dag alleen voor ons gelegen heeft. We waren een mooi avontuur aan het bouwen… straks die dam… kriebel… Sebas zong nog een schietgebedje in de vorm van Hallelujah (Leonard Cohen). Het heeft geholpen. Lek zouden we die dag niet meer rijden.
Een uurtje later ging het verder. Door de Oostvoornse duinen, prachtig gebied om met mooi weer doorheen te fietsen, richting Rockanje, Stellendam, Ouddorp.
En dan nu een stukje over Kevin. Hij rijdt de laatste paar weken “anders”. Hij is veel meer vooraan te vinden, dicteert het tempo, laat zich afzakken, checkt bij eenieder hoe het gaat, houdt degenen die het even moeilijk hebben uit de wind, rijdt van achteruit vervolgens weer net zo makkelijk, achteloos met de onderarmpjes losjes op het stuur, naar voren om daar aan te geven dat er een klein tandje af mag. Hij is als moeder de Gans, wakend over haar kroost, duidelijk groeiende in zijn rol, er ontpopt zich een waar leider… mooi!
De wind ging ondertussen alleen maar harder, of het nog regende weet ik niet meer, die dam kwam eraan en iedereen werd stilletjes… Ja daar was ie dan en wow wat ging het tekeer!! Boudewijn besloot alles te geven, de rest in twee mooie waaierrijtjes er achteraan. Tijd om naar de surfers te kijken was er niet, we werden bijna van onze fiets geblazen, maar we bleven zitten, bij elkaar blijven, geen gat laten vallen. Prachtig, ontroerend, we deden het zo goed!
Oeps… ineens zat ik op kop, niet nadenken, de benen voelden eigenlijk best goed, doortrappen dan maar. Nog een klein stukje en pff de beschutting van de duinen, we hadden em bedwongen! De rest was één groot feest, nog maar 60 km naar huis. Van pure opluchting en vol adrenaline kon ik wel op kop blijven rijden. Het is gewoon een mentaal spelletje… hoewel bij sommigen langzaamaan toch ook het kaarsje uitging, de koek op was, de zin om af te stappen steeds groter werd. Ook de navigatie kreeg het zwaar, zulke lange ritten, herberekeningen, hoe hou je dan je batterij nog in leven. Als er toch maar iemand met die hele rit op zijn teller thuis zou komen… Gelukkig is dat gelukt (was het nou garmin of wahoo?).
Via Brouwershaven naar Dreischor, Sirjansdam, waar de surfers van de Grevelingen ons als ware helden stonden toe te juichen, naar Bruinisse. Van daar over de Philipsdam. We mochten van Leo de route verlaten om zo snel mogelijk naar Vossemeer te rijden. Thuis lonkte, we gingen het halen. Een beetje moe maar hartstikke voldaan werden we onthaald door Dick en de jongens, die een smakelijk feestmaal hadden bereid en de koelkast hadden vol gelegd met heerlijke biertjes. De evaluatie verliep vlekkeloos. Er werd al gesproken over de versie van 2021. Eerst deze maar eens laten bezinken. Het was echt een mooi avontuur, met alles erop en eraan. Wat heb ik genoten. Blij dat ik deze herinnering met jullie heb mogen maken.
Dikke kus Lisette