De spoeling zou dun zijn, 4 leden bliezen de longen uit hun lijf op de dubbelstrietpereet en in nog wat andere kefeetjes, Rob was aan het werk, Maickel ging Mathieu van der Poel aanmoedigen, Sjel ging rennen in de duinen, Joop was uit skiën met het gezin. Het bleef lang stil op de app, maar allee daar kwam de eerste goedemorgen van Leo. Al twijfelend typte ik er goedemorgen achteraan, wetend dat het zoals de hele winter weer flink trappen zou worden. Ook Boudewijn meldde zich. Het was eigenlijk best oké buiten en ik bedacht dat een lang en rustig rondje geel goed voor iedereen zou zijn ;-). Eenmaal bij ’t Strandhuys bleek dat Leo en Bou hetzelfde hadden bedacht. We zouden een rondje geel doen maar dan in tegengestelde richting. Ze zeiden ook nog heel aardig: “Het heeft helemaal geen zin om jou er de hele tijd af te rijden, we rijden gewoon lekker ‘samen’ geel”. Ik kreeg spontaan hoop om te kunnen aanklampen.
Zo gezegd zo gedaan, we gingen op weg en niets leek ons in de weg te staan om een heerlijke kleine 70km weg te fietsen. Voor me werd wat afgekeuveld en mijn hartslagmeter liet zien dat ik aan het trainen was. De Kalmthoutse heide was prachtig, de singletracks lagen er goed bij, zoals trouwens al het hele winterseizoen.
We waren lekker onderweg, begonnen ons al te verheugen op de nazit, toen Boudewijn plotseling in een bochtje bijna onderuit ging: “LEK!” Huh, ja zowaar lek met de mtb. Mooi moment, net onder een tunneltje, redelijk beschut, kon ik even bijkomen en Bou zijn band verwisselen. Nou “even” werd bijna een uur… Het bandje was er zo uit, de boosdoener (een hard stekelig stekeltje) was vlot gevonden, maar moest die nou via de binnenkant, of via de buitenkant uit de buitenband gepeuterd worden??? … Even later een nieuw binnenbandje erin en pompen maar. Geen van ons had een “bommetje” (Belgisch voor CO2 patroon) bij. Dus alles moest met de gewone pomp. Nou dat was hopeloos… Er kwam geen lucht in. Bou begon te mopperen, Leo ging op zoek naar hulp en ook ik besloot met wiel op zoek te gaan naar een oplossing. Ik vond al snel een benzinepomp met garage en had even de hoop dat het probleem zo verholpen zou zijn… Niet dus. Nadat ik nog drie wielrenners had gevraagd of ze even wilden pompen en al die mensen gingen twijfelen aan hun pomp, ben ik met platte band weer terug gefietst naar het tunneltje. Leo had inmiddels iemand geregeld met een elektrische pomp, maar die was weer weggegaan, omdat ik er met het wiel vandoor was. Gelukkig wist Leo waar die man woonde en zo kon hij nu samen met Bou en platte band richting de oplossing. Nu zouden we vast zo verder kunnen…
Ik hield ondertussen de wacht bij de fiets zonder wiel. Een klein half uurtje later!!! waren Leo en Bou weer terug, de nieuwe binnenband bleek lek en moest dus vervangen worden door de reserveband van Leo. Zo dat was gelukt we konden door… Hmm binnen 500m stonden we weer stil, de buitenband was uit de velg geplopt, bijna alle lucht moest eruit om de band weer in het gareel te krijgen. We moesten rustig (relatief begrip) rijdend terug naar een welverdiend biertje.
Dat biertje werd dit keer niet bij ’t Strandhuys gedronken, we strandden met weer een lekke tuup bij de Volksabdij. Gelukkig was daar een fijn fietscafé. Daar werden de hulptroepen gebeld, wachtten wij geduldig genietend van een heerlijke la Trappe isid’or op Dick. Die bracht Bou met zijn fiets naar huis. Leo en ik zijn langs de campers van de landenteams van het wk-veldrijden teruggereden, konden zo toch ook nog wat sfeer proeven. Het beloofde een mooie strijd te worden tussen van der Poel en van Aert en dat werd het.