Aangezien de meeste ETCC leden hun roots in Bergen of omgeving hebben liggen is de deelname aan het neuzenbal ongeveer een gegeven. Uiteraard betekent dat ook dat de conditie de volgende dag net iets minder is dan na een normale zaterdagavond. Tom en Kevin hebben verplichtingen in de dweilband dus en Kevin heeft vorige week al aangekondigd dat we de komende drie weken niet op hem hoeven te rekenen. Joop, Maickel en Leo gingen neuzenballen en hadden niet afgezegd. Het zijn alle drie bikkels dus ’s avonds een vent, ’s ochtends een vent geldt zeker voor hen maar soms komt er toch een afzeg Appje rond 8 uur op zondag. Deze keer niet. Heel netjes. Sjel had na zijn halve Marathon van vorige week behoefte om weer eens met de Toro’s het bos in te gaan dus hij was er ook bij. Net als ik was hij ook niet gaan neuzenballen. De heren (Joop, Leo en Maickel) zagen er frisser uit dan ik verwacht had. Misschien komt dat door de thee om half drie ’s nachts bij Joop. Misschien ook wel omdat Anja de Schrobbelèr had verstopt. Anyway, we gingen met z’n vijven op pad, achter ritkapitein (alweer ja) Leo aan.
Leo heeft een beetje een hekel aan het stuk bos bij Hildernisse en achter Mattemburgh dus reden we het eerste stuk, naar het bos bij de Lievenberg over de weg. Goed voor het gemiddelde zullen we maar denken. Eenmaalin het bos kregen we van onze Spado trainer allemaal looppaadjes en rondjes voorgeschoteld. Drie meter aanzetten, remmen, scherp draaien, weer aanzetten, remmen etc. Zo kan je een hele tijd fietsen in een klein stukje bos. Tot plezier van Joop werden de stukken uiteindelijk wat langer zodat hij zijn best zware torso niet steeds opnieuw in beweging hoefde te zetten. Daar is hij niet zo goed in, vertelde hij een paar keer. Het weer was goed en alles ging eigenlijk heel lekker hoewel dat zomaar fout had kunnen gaan. Ik hoorde wat klapperen bij mijn voorwiel en toen ik deze even optilde zag ik dat ie los hing. Best link als je van een verhoging afspringt. Je zou maar zonder voorwiel op je voorvork landen. Afijn, even stoppen vastdraaien en weer verder. Hierna kwam Joops euvel van vorige week ook weer terug. Een onwillige dakkoffer (zadeltasje). De reparatie met tie wraps was niet afdoende dus van tijd tot tijd werd er weer gestopt; tot Joop het zat was en de koffer weggooide. Tenminste…dat zei hij. Hij had hem uiteindelijk gewoon in zijn jas gestopt, waarschijnlijk voor een nieuwe reparatiepoging. Sjel had het ook prima naar zijn zin en raadde onderweg nog aan dat degenen die het wat zwaarder hadden, de wandelstok van een wat oudere dame dan maar moesten afpakken. Daar gaat onze zorgvuldig opgebouwde goede naam 😉
Na een uur of twee gingen waren we bij Heimolen en nam Sjel de kop richting het viaduct om naar het Strandhuys te gaan. Joop had zich hier enorm op verheugd maar Sjel had andere plannen. Dus werd voor het viaduct linksaf geslagen, richting Zuidgeest en dus konden we onze vertrouwde finale rijden. We mochten van Leo helemaal zelf naar het eindpunt. Zo gezegd, zo gedaan. Samen met Maickel en Sjel lekker gas geven. Mike en ik kwamen samen aan en Sjel ietsje later. Je verwacht dan Leo maar nee, Joop was next. Hij had een iets efficiëntere route genomen. Toen Leo er ook was togen we naar het vertrouwde Strandhuys waar we al werden opgewacht door Frank en Carlijn mét vuilniszakken om hun nog steeds vrij nieuwe stoelen te beschermen tegen de wat natte en vieze klanten. Kwaremont en Tripels en voor drie man ook nog herstel tosti’s en het was weer helemaal fijn en als vanouds. Volgende week weer!