Vroegah, toen ik klein was, gingen we wel eens naar vrienden van mijn ouders. Zij hadden een bouvier en het leukste wat er ook maar kon gebeuren was dat Koos zei: “Kom, wie gaat er mee bosseklossen?” Dan vlogen mijn broertje en ik samen met de hond naar de deur. We gingen naar het bos de hond uitlaten… Dat gevoel bekroop mij weer afgelopen zondag.
Kevin had voor vandaag twee gastrijders geregeld: Dick en ik waren de gelukkigen. Leo regelde zoals hij bijna alles kan regelen, twee fietsen. We konden zo opstappen en richting Strandhuys. De opkomst was best heel redelijk: Leo, Kevin, Boudewijn, Maickel en Joop…
Ja Joop. Die was de afgelopen dagen een beetje ziekig, het had er vrijdag alle schijn van dat Joop met een kruikje in bed zou moeten blijven. Maar het idee dat hij ons debuut noodgedwongen zou moeten missen, maakte hem spontaan beter. Hij had de nekcheck gedaan en vond het verantwoord om mee te fietsen. (Ik dacht dat het als een grapje bedoeld was: op je fiets achterom kijken naar de achterblijvers, mij in dit geval, maar nee, het is een serieuze check. Ik heb even gegoogeld:
Nek check:
“Anders dan griep, kun je met een verkoudheid (dus zonder koorts!) wel doortrainen. Er is een ezelsbruggetje, waarmee je kunt bepalen of je al dan niet kunt sporten: de ‘nek check’.
Zijn de ziekteverschijnselen uitsluitend boven de nek gelokaliseerd (zoals neusverkoudheid, oorpijn, keelpijn en geen koorts), dan is sporten toegestaan. De eerste 2-3 dagen wel op een lager pitje.
Indien de ziekteverschijnselen (ook) onder de nek gelokaliseerd zijn, zoals hoesten, kortademigheid, koorts (meer dan 38 graden), spierpijn in armen en benen e.d., dan is het advies om niet te sporten.
We waren dus met 7, mooi groepje. Leo wist de weg en weg waren we. Normaal volgt er nu het verslag van de rit, maar dat gaat em dit keer niet worden. Ik heb de volgende bijna 50 km namelijk niet geweten waar en in welk bos we ook maar zaten, was soms bijna iedereen kwijt, stuiterde op mijn zadel over boomwortels, we zwoegden door rul zand, glibberden door plassen, en ik heb zelfs mijn eerste berg beklommen: “de nootjesberg”. Ik heb geen enkel idee hoe de anderen hebben gereden, wie er goed was, wie de snelste. Ik denk dat Leo voorop reed om de weg te wijzen en Boudewijn voorzag me van tips in de trend van: “gewoon blijven trappen”, “schakelen”, “RECHTER REM, als je naar beneden gaat”. Fijn!
Dick was in zijn element. Kwam af en toe eens polshoogte nemen in de achterhoede, maar fietste er lustig op los. Hij had ook nog iets geleerd over fietscommunicatie onderling: Als er “TEGEN!!” wordt geroepen dacht Dick dat dit een bericht is aan de andere Toro’s, met als betekenis: ‘pas op er komen tegenliggers aan’ maar dat blijkt niet het geval. “Tegen” blijkt een waarschuwing naar de tegenligger te zijn: Stop zodat de Toro’s kunnen langsfietsen. Werkelijk iedereen in het bos stopt als we voorbijkomen…
Nou ja bijna iedereen. Op een gegeven moment was Boudewijn het achteraan fietsen wel een beetje beu. Hij wilde mij voorbij, eerst rechts, nee toch links, echt bijna frontaal op een tegemoet komende Belg. Het ging gelukkig net goed!
Kevin werd steeds stiller, op een gegeven moment was ie zelfs even uit het oog. Niet meer helemaal fit, hij sloeg zelfs voortijdig rechtsaf richting huis. Hopelijk valt het mee Kev.. Het was na bijna 3 uur fietsen tijd voor een welverdiend drankje of twee, dit keer ook met ‘uitsmijter met ham of kaas’. Dick en ik hadden alles gegeven in het bos en hadden trek.
Nog even de fietsen terugbrengen naar Leo, gelijk de kalender voor 20 november geblokkeerd. Dan gaan de Toro’s schaatsen, kan ik misschien eindelijk es wat kopwerk verrichten, maar voor vandaag ook namens Dick bedankt voor een heerlijk potje bosseklossen!
Lisette